Ga direct naar de inhoud.

Bestuurslid Bart Stengs: “De weg naar een duurzame land- en tuinbouw loopt over het pad van verbinding”

Het tuinbouwcluster timmert aan de weg. En dit jaar mag Greenport Noord-Holland Noord dat als de regionale partner van de Tuinbouw Ondernemersprijs laten zien. Een regio waar alle facetten van de tuinbouwsector aanwezig zijn, met alle uitdagingen en kansen die daarbij komen kijken. “We zijn op weg naar een circulaire samenleving waarbij de tuinbouw samenwerkt met de stad”, aldus Bart Stengs, bestuurslid bij de Tuinbouw Ondernemersprijs. “Dat kan alleen als alle partijen er sámen voor willen gaan.”

Voor Bart is Greenport Noord-Holland Noord thuiskomen. “Mijn vader was teler in Heemskerk”, aldus de sectormanager Glastuinbouw bij Interpolis. “Hij teelde bolbloemen en vaste planten. Ik ben enthousiast over deze regio met innovatieve en ondernemende tuinbouw. Zelf was ik hier via mijn vorige werkgever Rabobank rond 2005 betrokken bij de opzet en ontwikkeling van Agriport A7. Toen al waren we als tuinbouwcluster al bezig met samenwerken op het gebied van warmte en energie met het bedrijfsleven. Ook recenter zien we veel mooie innovatie voorbeelden uit deze Greenport. De Tuinbouw Ondernemersprijs helpt dat zichtbaar maken.”

Veel lef

“Wat mij inspireert aan de tuinbouw, is hoe het samenwerken altijd het ondernemerschap en de innovatiekracht versterkt”, gaat Bart verder. “De Nederlandse glastuinbouw wil bijvoorbeeld in 2040 al klimaatneutraal, circulair en emissievrij produceren, in plaats van in 2050. Dat getuigt van vertrouwen in eigen kunnen en van vooral veel lef. En dát zie je ook in deze regio.” Bart benoemt de vele initiatieven in Greenport Noord-Holland Noord die laten zien dat samen optrekken werkt. “Aansprekende voorbeelden zijn het Fieldlab Bol en de Groene Tulp 0.0. Maar ook projecten als Zoetwaterboeren, het Fieldlab Waterstof in Agri en Robotica. Ondernemers, kennisinstituten, technische bedrijven en overheid werken samen. Zij zetten zich in om  gangbare werkwijzen te vernieuwen naar meer duurzame, circulaire en dus toekomstbestendige teeltsystemen. Alleen dan kom je tot Future-proof Technologies, de focus van de Themaprijs dit jaar.”

Circulair

“Als we in 2040 duurzaam en circulair willen ondernemen, dan moeten we als sector beter inspelen op klimaatverandering”, gaat Bart verder. “De thema’s water en biodiversiteit worden net zo belangrijk als energie en gewasbeschermingsmiddelen dat nu al zijn. Voor glastuinbouwondernemers is de kwaliteit van zijn kas en materialen een belangrijke randvoorwaarde voor een succesvolle onderneming. Dus kijken we als Interpolis samen met de sector en alle partijen naar de korte én lange termijn veiligheid en duurzaamheid van kassen. Ondernemers buiten teelt hebben te maken met te nat, te droog weer én ook verzilting. Ook hier kijken en denken we mee over handelingsperspectieven, zodat zij ook in de toekomst kunnen blijven ondernemen.

Duurzame en veilige innovaties

“Als Interpolis zetten  we ons ook in voor duurzame en veilige innovaties, bijvoorbeeld op het gebied van automatsering en robotisering of waterstof”, aldus Bart. “Dat doen we via het Innovatiefonds Hagelunie en ook die onderwerpen horen bij Future-proof Technologies. Door elektrificeren stijgt het brandrisico in kassen en gebouwen. Dat vraagt extra aandacht voor brandveiligheid. Ook vollegrondsteelten zijn constant op zoek naar verduurzaming, waarbij voor ons veiligheid en betrouwbaarheid van de innovaties bovenaan staat.” Je kan dan denken aan zonnestroominstallaties en batterijsystemen die bedrijfszeker en veilig geïnstalleerd moeten worden.    

Verbinding

“We maken een verandering door naar een duurzaam en circulair bedrijfsmodel, zowel onder glas als in de volle grond”, besluit Bart. “Het is mooi als al die duurzame activiteiten in balans zijn met de omgeving. Want, wie geen binding en betekenis heeft voor de burger en samenleving krijgt het moeilijk. In Greenport Noord-Holland Noord zie je, ook op dit onderwerp, allerlei initiatieven ontstaan. Zij realiseren zich namelijk dat er maar één route is: de weg naar een duurzame circulaire land- en tuinbouw gaat over het pad van verbinding.”