Ga direct naar de inhoud.

Jurylid René Gomersbach: “In de tuinbouw worden continu verbindingen gelegd”

René Gomersbach kent alle facetten van de tuinbouw. Hij verdeelt zijn werkuren tussen drie dagen Triple Group, van waaruit hij klanten in de tuinbouwsector begeleidt, en twee dagen docentschap aan de Hogeschool Aeres in Dronten. “Ik heb vaak de uitreiking van de Tuinbouw Ondernemersprijs bezocht, ook vanuit mijn voormalige rol vanuit de Rabobank Sector Tuinbouw,” vertelt René. “Het is superleuk om nu mee te mogen doen als jurylid.”

“Ik vind echt dat de tuinbouw in Nederland zich onderscheidt op het gebied van internationalisering en innovatie,” aldus René. “En dan bedoel ik in de hele breedte, dus ook de volle grond, de boomkwekerijen, de bloembollen, en ga zo maar door. De Tuinbouw Ondernemersprijs brengt de voorlopers in deze sector voor het voetlicht, dat is de relevantie van de prijs.”

Het belang

“Het is ook belangrijk om te communiceren wat het belang is van onze sector,” gaat René verder. “Dat is ook wat de Tuinbouw Ondernemersprijs doet. De tuinbouw is zich constant aan het ontwikkelen, mede onder druk van klimaatverandering. Ook de overheid gaat steeds meer het belang inzien van wat wij doen voor Nederland. Laten we dat vooral blijven benadrukken.”

Presentatie

“Bij de genomineerden let ik echt op onderscheidend vermogen,” zegt René. “Hoe verschillen zij in positief opzicht van andere telers? En ook de presentatie vind ik belangrijk. Hoe delen de genomineerden hun verhaal? Is dat alleen binnen een eigen kringetje of ook daarbuiten? Dat zijn zaken die voor mij interessant zijn.”

Verbinding

René is in ieder geval erg enthousiast over zijn sector. “Je ziet dat er veel energie in gestopt wordt door vaardige ondernemers,” besluit hij. “En, dat valt mij ook op, er wordt continu verbinding gelegd. Dat zie je bijvoorbeeld in het initiatief van World Horti Center. De sector is altijd bezig met innovatie, relevantie en door ontwikkelen, en ook de Tuinbouw Ondernemersprijs helpt ons weer om verbinding te zoeken met elkaar en met de maatschappij.”